In deze editie van In gesprek met… spreek ik met Ciska Scheidel, Directeur Veiligheidsregio Kennemerland en Directeur Publieke Gezondheid Kennemerland. We praten over het combineren van meerdere rollen, over haar drijfveren, de kracht van de praktijk en het opereren in een een complexe bestuurlijke omgeving en geloof in de dingen die je doet.
“Het snappen van de praktijk, het meelopen met collega’s op de werkvloer, maakt mij een betere bestuurder. Het zorgt ervoor dat ik betere besluiten neem.”
Wie is Ciska?
Ciska Scheidel vervult een veelzijdige functie die continu schakelen vraagt. Als Directeur Veiligheidsregio Kennemerland is zij verantwoordelijk voor onder meer financiën, communicatie en documentaire informatievoorziening. Daarnaast is zij Directeur Publieke Gezondheid (DPG) en daarmee verantwoordelijk voor de GGD Kennemerland. Ook is zij voorzitter van het bestuur van de Regionale Ambulancevoorziening (RAV) Kennemerland en daarmee medeverantwoordelijk voor de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) in Noord-Holland.
“Ik heb verschillende petten op,” legt Ciska uit. “Ik ben allereerst Directeur Publieke Gezondheid, maar dat betekent niet dat de andere functies ondergeschikt zijn.” Juist die combinatie maakt haar werk complex én interessant. Het vraagt om voortdurend bewustzijn van de rol die zij op dat moment vervult en van de onderlinge samenhang tussen de organisaties.
Haar drijfveer is om iets te betekenen en iets te veranderen in het leven van mensen. “Dat is begonnen met een zeer interessante baan in mijn studententijd waar ik als bijbaan werkte in de verslavingskliniek”. Daar heeft ze zo veel geleerd. Vroeger wilde zij bibliothecaresse, rechter en moeder worden. Ze was niet een enorme lezer, maar het systeem en de structuur trok haar en het ‘bibliotheekje spelen’ met haar zus was vaste prik. Zij was ook echt een poppenmoeder met babypop Marlieske, die nog steeds in haar ouderlijk huis ligt. Maar toch is ze heel content met haar leven nu, zonder kinderen en in haar huidige functie.
Ciska heeft niet echt inspiratiebronnen, maar heeft wel respect voor mensen om haar heen. Zo keek ze tijdens de Covid-crisis met grote bewondering naar bewindspersonen, zoals Mark Rutte en Hugo de Jonge. “Zij inspireerden mij wel om vooruit te kijken en na te denken over je volgende stap. Het is wel zo dat ik in de samenwerking naar andere mensen kijk en dan wel kan denken “die doet dat slim” en daar respect voor heb.”
Een unieke regionale constructie
Wat de situatie in Kennemerland bijzonder maakt, is dat de veiligheidsregio en de GGD binnen één organisatie zijn samengebracht. “In onze regio zijn de gemeenschappelijke regelingen van de veiligheidsregio en de GGD samengevoegd en is ook Veilig Thuis hieraan toegevoegd. Daardoor krijg je automatisch verschillende petten op,” vertelt Ciska.
Een groot deel van Ciska’s werk bestaat uit het organiseren en faciliteren van samenwerking tussen verschillende organisaties. Binnen de veiligheidsregio, de GGD, de RAV en de MKA is voortdurende afstemming nodig.
De financiële kant speelt daarbij een belangrijke rol. “Financiën doe ik voor de hele veiligheidsregio en natuurlijk zijn ze ook een belangrijk onderwerp binnen de RAV. Transparantie en zorgvuldigheid zijn daarin essentieel.”
De DPG-functie brengt bovendien de verantwoordelijkheid voor de GHOR met zich mee, de geneeskundige hulpverlening bij crises. Doordat GGD en veiligheidsregio één organisatie vormen, is de afstemming zeer nabij. Dat zorgt voor korte lijnen en effectieve samenwerking, maar vraagt ook om rolzuiverheid.
Rolduidelijkheid
Ciska houdt van governance-vraagstukken. Zij vindt het belangrijk om zuiver te zijn in de rollen die je hebt en de verantwoordelijkheden die daarbij horen. Zelf is ze daar ook alert op. Ze vindt het belangrijk om te schakelen op verschillende niveaus en lagen, bijvoorbeeld nationaal, regionaal en lokaal. En ook in de breedte van onderwerpen van veiligheid en gezondheid. “We hebben het wel ingewikkeld gemaakt en ik vind het een uitdaging om in dat complexe speelveld toch resultaten te behalen, maar dan moet je wel zuiver zijn in je rol.”
Een loopbaan in het publieke domein
Ciska’s loopbaan in het publieke domein begon eind jaren negentig. Sindsdien werkte zij binnen uiteenlopende organisaties, waaronder de Rijksoverheid en verschillende gemeenten en nu dus de regio. Ciska vindt vooral de breedte van haar huidige functie heel interessant. Zij vindt het leuk om regelmatig op de werkvloer aanwezig te zijn en bijvoorbeeld bij evenementen, een scheepsinspectie aanwezig te zijn of mee te lopen met de ambulance. Bij VWS miste zij de koppeling met de praktijk en daarom heeft zij een bewuste keuze gemaakt voor deze positie. Zij is ervan overtuigd dat het snappen en ervaren van die praktijk ervoor zorgt dat je betere besluiten neemt. “Ik heb zo veel leuke dossiers, vooral omdat veel van de activiteiten te maken hebben met mensen en vakmanschap.”
Vakkennis
Naast de breedte van de functie vindt Ciska het prettig dat de medewerkers echt een vak uitoefenen. Overigens door Covid is zij erachter gekomen dat beleid maken ook echt een vak is. Opereren als Directeur Publieke Gezondheid bij VWS, de Kamer bedienen, de Ministers bedienen en ook de Minister-President en dan toch ook nog je hoofd koel te houden, dat is geen sinecure. Vroeger zei ze wel eens ‘had ik maar een vak geleerd’ maar tijdens de Covid-crisis heeft ze ervaren dat politiek-strategisch opereren en beleid maken echt als vak benoemd kan worden.
Samenwerking met B-Liz
Over de samenwerking met B-Liz is Ciska positief. Ze noemt de komst van Lizzy een verademing: “jij werkt zoals ik vind dat een programmamanager zou moeten werken”. Wat haar aanspreekt, is de manier van werken: alert en sensitief zijn, gevoel hebben voor wat belangrijk is om onderwerpen verder te brengen en ook aan de bel te trekken wanneer het nodig is. Hierdoor kan Ciska dingen ook goed loslaten. Dat gaat haar toch gemakkelijker af als ze het vertrouwen heeft dat het goed geregeld is. “Je komt ook zelf met voorstellen. Je denkt mee vanuit verbinding en helpt om dingen scherp te krijgen. Dat past bij mijn overtuiging dat goede oplossingen ontstaan in samenwerking. Als ik dan echt een verbeterpunt moet noemen, dan zou ik soms wat kortere emails fijn vinden”.
Toekomst: doen waar je in gelooft
Op de vraag welke plannen Ciska nog heeft voor de toekomst, reageert ze: “oei, dat klinkt een beetje alsof ik al met pensioen ga.” Dat is voor Ciska nog niet aan de orde met haar 51 jaar maar ze merkt wel dat er leeftijdsgenoten wel al mee bezig zijn.
Voor de toekomst ligt Ciska’s focus op haar huidige functie en het verder versterken van de samenwerking tussen de organisaties waarvoor zij verantwoordelijk is. Het heeft meer tijd gekost om goed ingewerkt te raken in deze complexe functie met verschillen rollen dan in vorige functies en Ciska vindt dat je een dergelijke functie ook de tijd moet geven, hoewel het ook een uitdaging is en veel van je vraagt. “Ik zou deze functie niet tot mijn pensioen met dit niveau kunnen uitvoeren.”
We praten ook nog door over de IZA samenwerking en Ciska vertelt dat ze hier bij aanvang ook wel enige scepsis over had. Ze twijfelde bijvoorbeeld of het regioplan en in bijzonder het onderdeel acute zorg wel doorleefd was en geïnternaliseerd. Gelukkig is dat vertrouwen hersteld en daar heeft Lizzy een belangrijk aandeel in gehad. Ciska gelooft er weer meer in. En dat geloof is sowieso belangrijk voor haar. Ze refereert aan haar eerdere betrokkenheid bij de decentralisatie van de jeugdzorg en huidige activiteiten op gebied van publieke gezondheid en dan in het bijzonder vaccinatie en seksuele gezondheid. “Ik geloof daar echt in, hier wordt de wereld beter van! Dat zou ik willen voor mijn toekomst, misschien weer iets nieuws opbouwen waar ik echt helemaal in geloof en voor ga.”
Slotwoord
“We leven in een uitdagende tijd, in een maatschappij waar we het onszelf soms heel moeilijk maken. En het leveren van een bijdrage aan de maatschappij, word je ook wel lastig gemaakt. Ik hoop dat ik, tot ik doodga – dat klinkt wel een beetje stom en wat zwaar – dat ik plezier houd in het leveren van die bijdrage aan de maatschappij. Dat ik mijn steentje bij mag blijf dragen, niet sarcastisch word en mijn meerwaarde houd.”